Elkaar kennen
Als er iets gebeurt, en je elkaar kent, dan kan je uitwisselen. Als ik niet weet wat jij fijn vindt, kan ik je ook niets vragen of geven. Als ik bijvoorbeeld kinderen heb, dan kom ik mensen tegen en dan kan je uitwisselen. Als er al een gemeenschap is, dan kan je je ook aanpassen. Ik weet ook niet waar ik een biertje kan drinken, of een spel kan spelen, of wat dan ook. Als vreemdeling wordt je niet ontvangen, en er ontstaat geen band.