Verbindende rol

Voor een groot deel van het werk zijn wijkagenten afhankelijk van andere partners. Veel problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid kunnen alleen samen met andere partners worden opgelost. De wijkagent heeft dan een verbindende rol en minder een handelende rol. Juist door die verbindende rol lukt het om problemen op te lossen en mensen te helpen. Dat geeft de wijkagenten voldoening. Tegelijkertijd weten ze ook dat ze niet alle problemen op kunnen lossen. Dat kan een gevoel van machteloosheid geven waarmee ze moeten leren omgaan.

‘Je kunt heel veel dingen niet oplossen. Dat is nu eenmaal zo.’

 

‘Een voedselactie. Veel allochtonen mogen geen eten weggooien en dat werd dan in de binnentuinen gegooid. Dat leverde overlast van vogels, meeuwen, duiven, reigers. In de buurt kon je geen was meer buiten hangen. Er is een burger geweest die heeft zich daar sterk voor gemaakt, met flyers en posters in portieken. Hij zag heel veel, zag overal meeuwen zitten en wist dus precies waar gevoerd werd. Hij sprak mensen zelf aan. Na twee waarschuwingen ging de wijkagent langs en volgde er een boete van 90 euro. Er was dus ook opvolging vanuit politie en handhaving. En dat heeft gewerkt, want er wordt bijna geen voedsel meer in de gezamenlijke tuinen gegooid.’

 

Jonge gasten die uiteindelijk na twee jaar terugkomen en zeggen ‘goh, die spreekwoordelijke schop je mij gegeven hebt, kijk eens, hier sta ik nu’. Dat vind ik geweldig. Dat is toch heel bijzonder. In principe ben je een buitenstaander met uniform maar heb je toch net iets bij die jongeren geraakt en geregeld waardoor ze net anders terecht komen.    

Leave a comment