Vertrouwensband met burgers

Wijkagenten realiseren zich dat zij door de wijze waarop zij bewegen en handelen in de wijk veel effect heeft op hoe bewoners reageren en hoe zij de buurt waarnemen. Daarbij maken de burgers duidelijk onderscheid tussen wijkagenten en de surveillance. De surveillance treedt voornamelijk repressief op en bouwt daarmee geen vertrouwensband met de burgers.

‘Collega’s kunnen je vertrouwensband schaden. Jongerenoverlast, bijvoorbeeld, kun je op verschillende manieren oppakken. Als je in de surveillancedienst ze ‘helemaal platschrijft’, volledig op handhaven gaat zitten, dan zien die jongeren jou als wijkagent ook minder graag. Dan wordt dat clubje minder bereikbaar. Dat je voor door rood heen rijden een bekeuring schrijft, dat snapt iedereen. Maar niet voor lullige dingen als hangen in een vensterbank. Ieder ander die even zit te bellen in een vensterbank wordt niet aangesproken en als het toevallig een jongere uit het clubje is wordt die wel opgeschreven. Dat is niet realistisch.’

 

‘Om contact met burgers in de wijk te maken pak ik de fiets of de scooter om de wijk in te gaan. Lopen, dat doe ik niet snel, dat schiet niet zo op. Op de fiets ben ik direct aanspreekbaar en maak ik makkelijk een praatje met mensen.’

 

YUTPA-score: 5

Plaats een reactie